Pijncontrole

- voorkom de pijn; behandeling "zo nodig" brengt onnodige episoden van pijn
met zich mee. De medicatie moet op vaste tijdstippen worden toegediend,
afhankelijk van de werkingsduur van het product.
- bij demente patiënten is evaluatie van de pijn dikwijls niet gemakkelijk. Soms
zijn het enkel gelaatsuitdrukkingen of trekkingen van de ledematen die
aangeven dat de patiënt pijn lijdt. Ook kan onrust een teken zijn van pijn. Bij
voldoende pijncontrole zal men merken dat de patiënt rustiger, meer
ontspannen en tevreden is. Heb aandacht voor deze symptomen, rapporteer
ze aan de behandelende arts.
De pijnladder, zoals voorgesteld door de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) bestaat uit drie niveaus: • onderaan bevinden zich de zwakke pijnstillers, zoals paracetamol, aspirine,
ibuprofen, . Paracetamol (Dafalgan, Panadol) is meestal eerste keuze omdat het weinig bijwerkingen heeft. Werkingsduur 4 tot 6 uren. Dosis 4 maal daags 500 tot 1000 mg. Aspirine e.a. zijn efficiënter voor de behandeling van botpijnen • op het tweede niveau bevinden zich de zogenaamde zwakke opiaten, zoals
tramadol (Contramal), codeïne, tilidine (Valtran). In het formularium werd gekozen voor de producten met 500 mg paracetamol en 30 mg codeïne (Dafalgan Codeïne, Panadol Codeïne). Ook hiervoor is de dosis 3 tot max. 8 tabletten per dag. Codeïne is in deze dosis wel wat sederend (versuffend) en geeft uiteraard ook constipatie (zie verder) • De sterkste pijnstillers zijn de sterke opiaten, zoals morfine (M+) en fentanyl.
o M+ bestaat in magistrale bereiding (siroop, vaak 1 of 2 mg/ml, maar de
concentratie kan ook hoger zijn!) en in tabletten met vertraagde afgifte (MS Contin, in doseringen van 10, 30, 60, 100 en 200 mg per tablet). Morfine kan ook toegediend worden in inspuitingen (SC, IM), in continu infuus (dagdosis toevoegen aan 200 ml fysiologische oplossing en over 24 u laten lopen, SC of IV) of via een pijnpomp (steeds SC). Een ampul bevat 10, 20 of 30 milligram morfine. Bij het opstarten van morfine zal men steeds met een lage dosis beginnen, bvb. 5 of 10 mg in siroop om de 4 uren, of 2 x daags een tablet van 10 mg met verlengde werking. Op die wijze wordt vermeden dat de patiënt misselijk of verward is. Vervolgens wordt de dosis langzaam opgedreven, telkens met 1/3 tot de helft, tot de patiënt pijnvrij is. Later kan een verhoging uiteraard terug noodzakelijk zijn. Soms kunnen erg hoge dosissen vereist zijn om de patiënt pijnvrij te krijgen. o Fentanyl wordt toegediend langs de huid (Durogesic pleisters in
doseringen van 25, 50, 75 en 100 µg/u) Deze toedieningsvorm verdient de voorkeur indien orale toediening niet mogelijk is. Een pleister Durogesic blijft 3 dagen ter plaatse. Men mag verschillende pleisters combineren om de gewenste dosis te bekomen, bijvoorbeeld 100 + 25 = 125 µg, 2 x 100 = 200 µg, enz. Bij het opstarten van Durogesic probeert men eerst de pijn onder controle te krijgen met morfinesiroop (zie hoger). Bij een optimale dosis wordt dan de omrekening gemaakt (Durogesic 25 µg komt overeen met morfine 90 mg / 24 u) en schakelt men over op de pleisters. Bij doorbraakpijnen onder behandeling met pijnpleisters zal men orale morfine bijgeven in een vooraf afgesproken dosis. Zoals gezegd heeft paracetamol weinig of geen bijwerkingen. Aspirine, ibuprofen (Brufen), diclofenac (Voltaren) enz… hebben als voornaamste bijwerking Opiaten geven altijd aanleiding tot constipatie en moeten steeds vergezeld gaan van laxerende maatregelen, bvb sorbitolsiroop 15 cc, vanaf de eerste dag! De sterke opiaten geven bij 30 % van de patienten misselijkheid en braken, wat kan verholpen worden met Primperan, Motilium of Haldol. Minder frekwent (maar toch regelmatig bij bejaarden) treden ook slaperigheid en verwardheid op. M+ geeft in de palliatieve zorg geen aanleiding tot psychische verslaving; er treedt wel lichamelijke afhankelijkheid op, eventueel afbouwen moet dus langzaam gebeuren M+ versnelt het overlijden niet indien het langzaam wordt opgedreven; zo nodig kan er dus al vroeg mee begonnen worden
Co-analgetica zijn geen echte pijnstillers maar kunnen bij juist gebruik de pijn wel
verminderen; voorbeelden:
cortisone (bvb Medrol): tegen zwelling en ontstekingsverschijnselen benzodiazepines (bvb Valium, Temesta, Dormicum): angstwerend, antidepressiva: pijnstillende eigenschappen bij chronische pijntoestanden anti-epileptica zoals Tegretol, … indien zenuwpijnen betrokken zijn

Source: http://www.havac.be/cra/VKnascholing/Pijncontrole.pdf

200 sw market street, portland, oregon 97207

VALUE PLUS CHRONIC CONDITIONS  Depression  Congestive Heart Failure (CHF)  Coronary Artery Disease (CAD)  Diabetes Mellitus  Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) & Asthma DEPRESSION Depression: SSRIs Brand or Generic? Depression: Tricyclic Antidepressants Brand or Generic? CONGESTIVE HEART FAILURE (CHF) CHF: ACE Inhibitors Brand or

iglesiabethel.com.ar

Aconteció en los días de Asuero, el Asuero que reinó desde la India hasta Etiopía sobre ciento veintisiete provincias, que en aquellos días, cuando fue afirmado el rey Asuero sobre el trono de su reino, el cual estaba en Susa capital del reino, en el tercer año de su reinado hizo banquete a todos sus príncipes y cortesanos, teniendo delante de él a los más poderosos de Persia y de Media

© 2010-2017 Pdf Pills Composition